Taalvorming publiceert vanaf september maandelijks een lesidee naar aanleiding van één van de tentoonstellingen die in een Amsterdams museum in de betreffende maand te zien is.
Bezoek aan het museum is voor het uitvoeren van het lesidee niet nodig. Wel hopen we dat door het uitvoeren van het lesidee de drempel voor scholen en ouders om de tentoonstelling te bezoeken lager wordt. Taalactiviteiten halen de kunst in het museum dichtbij.
Stilte in de stad
In het Stadsarchief van Amsterdam is een tentoonstelling met oude foto’s van Amsterdam te zien tot en met 25 oktober.
Hartje Amsterdam en het is doodstil. Of lijkt dat maar zo? De foto van Benjamin Brecknell Turner uit 1857 van de Westermarkt zet ons op het verkeerde been. Het beeld is gemaakt met de allereerste fotografische techniek en de lange opnametijd heeft iedere beweging uitgewist. Zo lijkt de stad uitgestorven als tijdens de lockdown. Alle foto’s van Turner zijn ook digitaal te bekijken en ze zijn allemaal stil.
Een goede foto om verhalen te vertellen over de tijd in het voorjaar dat het op straat nog heel stil was.
De volgende vragen zijn geschikt om een gesprek over te voeren, als je samen met de kinderen de foto hebt bekeken:
- Wie was er tijdens de lockdown op een plek waar heel weinig mensen waren? Het helpt als je als leerkracht zelf een eigen ervaring vertelt, bijvoorbeeld dat je op de plek van de markt was, die nu helemaal leeg was.
- Wat zag je daar wel? En wat was er anders dan voor de lockdown?
- Wat dacht je toen je daar was? Of wat zei je? Of wat zei iemand anders die bij je was?
- Ben je er pas nog geweest? Hoe was het toen?
Doel
Praten naar aanleiding van een oude foto uit een tentoonstelling helpt kinderen hun associatievermogen te ontwikkelen. Het ontwikkelt de mondelinge taalvaardigheid, gespreks- en luistervaardigheden. Schrijven en/of tekenen van wat ze verteld hebben traint hun vermogen om woorden te geven aan wat ze willen vertellen: formuleren, afwegen welk woord het beste past, een tekst helder opbouwen.
Werkvorm: begeleide associatie
Na het gesprek krijgt ieder kind een papier/schrift en potlood. Iedereen kiest één plek waar hij buiten was tijdens de lockdown, waar het heel stil was. Die plek schrijft hij bovenaan de bladzijde.
Dan komt er midden op de bladzijde een verticale streep. Links staat ‘tijdens de lockdown’ en rechts ‘voor de lockdown’
Dan stelt de leerkracht een aantal vragen. De kinderen schrijven niet de vragen op, maar wel de antwoorden over de plek, die zij gekozen hebben. Eerst de linkerkolom ‘tijdens’ en dan de rechterkolom ‘voor’.
Vragen kunnen zijn:
- Schrijf een paar dingen op die je zag op die plek, dingen dichtbij en in de verte
- Welke geluiden hoorde je op die plek? Harde geluiden, of juist hele zachte?
- Wat rook je daar?
- Heb je nog iets aangeraakt? Hoe voelde dat?
- Wat dacht je toen je daar was? Of wat zei je?
De lijstjes kunnen gebruikt worden in tweetal- of tafelgesprekken. Ze kunnen ook als basis dienen voor het schrijven van een tekst of maken van een tekening.
Meer ideeën voor werkvormen nodig? Kijk in ons boekje Even snel, Taal en spel.